Bron: Trouw, maandag 17 juni 2017
Auteur: Rianne Oosterom, Redactie gezondheid
Alfred Adler wordt de derde stamvader van de psychoanalyse genoemd maar slechts weinigen kennen hem.
Alfred Adler rookte rond 1900 wekelijks een sigaartje met Sigmund Freud in zijn salon en onderwijl wroetten zij vrolijk in de menselijke psyche. Hij zag er vrijwel hetzelfde uit als alle psychiaters in die tijd: rond brilletje, dikke snor, indringende blik. Maar terwijl Adler in het buitenland ‘de derde stamvader van de psychoanalyse’ heet naast Freud en Carl Jung, is hij in Nederland onbekend. Dat moet veranderen, vindt een kleine groep behandelaars en psychologen. Zij flirten met het gedachtegoed van de vergeten analyticus en belegden afgelopen zaterdag een Adler-dag in Amersfoort om zijn gedachtegoed aan de man te brengen. Eerder dit jaar werd al het Adler Netwerkwerk Nederland (ANN) opgericht, dat hetzelfde doel dient
Vanwaar deze fascinatie voor een stoffig analyticus? In 2004 verscheen er een klein boekje over de Oostenrijkse Adler in het Nederlands, waarin Jaap bij de Vaate dat er met hem ‘iets merkwaardigs’ aan de hand was. De auteur kon zijn boeken alleen in een antiquariaat vinden, terwijl werken van en boeken over Jung en Freud overal te vinden zijn. Enigszins logisch, aldus Bij de Vaate want Freud en Jung schreven meeslepend terwijl Adler die gave niet had. In zijn her en der zelfs ‘ondoorgrondelijke werk’ had hij de neiging flarden van gedachten weer te geven waarbij hij zijn lezers voor de opgave stelde te raden wat hij precies bedoelde. Toch constateerde Bij de Vaate ‘dat de geest van Adler nog rondwaart’.
Freud spitte in het onderbewuste van de mens vanwaar seksuele driften en trauma’s invloed uitoefenen, Adler was van de praktische psychologie. Hij zag de mens als ‘ondeelbaar geheel’ met eigen verantwoordelijkheid voor het psychisch welbevinden, vertelt Theo Joosten, internationaal docent in de psychologie van Adler en een van de organisatoren van de Adler-dag.
Dat idee heet ‘Individualpsychologie’: de mens is geen optelsom van verleden en driften aldus grondlegger Adler, maar een persoonlijkheid die gevormd wordt in een sociale context. Volgens Adler heeft ieder mens een levensplan dat hij zelf als ware het een huis moet bouwen. Een deel van de bouwstenen is er al met de geboorte.
Joosten: het levensplan, jouw verlangen iets te bereiken kleurt je keuzes in en heeft invloed. Meer dan de relatie met je moeder, zoals Freud zou zeggen. Dit idee van Adler is broodnodig nu die biologische psychologie oprukt: gedrag wordt steeds vaker verklaard vanuit het brein en dat impliceert dat je er geen invloed op hebt, terwijl Adlers psychologie juist optimistisch is: er is altijd verandering mogelijk.
Is de analyticus een zelfhulpgroep avant la lettre? Is er iets als ‘Vind in zeven stappen jouw levensdoel met Alfred Adler’? Joosten: “Hij ging er juist vanuit dat je de ander nodig hebt om te ontdekken hoe je in elkaar zit, dat je als mens altijd een sociaal wezen bent dat zoekt naar waardering. Van Adler komt ook het woord minderwaardigheidsgevoel.”
Hoeveel zelfvertrouwen je hebt bepaalt ook hoe goed je ‘levensplan’ tot uitvoering komt. Als minderwaardigheidsgevoelens overheersen, staat het streven naar macht op de voorgrond. Dat is niet de bedoeling volgens Adler, die geloofde in gelijkwaardigheid tussen mensen. Van dat uitgangspunt kunnen we vandaag de dag nog het meeste leren, aldus Joosten “Adler heeft veel nagedacht over de democratische samenleving. Die moet volgens hem niet alleen politiek zijn, maar zich doorvertalen in bedrijven en gezinnen. Voor Adler was het klip en klaar dat iedereen gelijke rechten heeft, daarover wilde hij niet onderhandelen. Dat idee is tegenwoordig soms ver te zoeken terwijl het de kern van democratie is.”
Zo ontwikkelde de analyticus modellen voor ‘gelijkwaardige gezinsoverleg’ en past Joosten zijn ideeën toe in schoolklassen waarin kinderen en docent op een positieve manier met elkaar willen omgaan.
“Wij straffen en belonen en dat impliceert dat er altijd iemand de baas is. Je kunt leiderschap ook op een positieve manier uitoefenen vooral door de ander te bemoedigen en gelijkwaardigheid centraal te zetten.”
Overigens: toen Adler deze ideeën voor Freud uiteenzette gooide die hem pardoes zijn salonkring uit.